Snel zoeken
Noorse boskat ‘Skogkatt’ kattenras
De Noorse Boskat is afkomstig van Noorwegen waar het de ‘Skogkatt’ heet. Dit (half)langharige kattenras heeft een zeer woest en leeuwachtig uiterlijk. Toch is de Noorse boskat een huiselijke kat die graag in gezelschap van anderen is. De Noorse boskat kan zeer goed overweg met andere dieren, katten en mensen.
GEWICHT: 3.5 tot 8 kg
LENGTE: Groei tot 50-60 cm lengte
VACHT: langharige kat met dikke ondervacht
KLEUR: Zo goed als alle kleuren mogelijk
OGEN:Â Groen, goud, geel achtige kleuren komen vaakste voor
LEVENSVERWACHTING: 12 tot 16 jaar
Grote kat
Deze katten leven in de bossen, kunnen zwemmen en zijn voorzien van een dikke vacht tegen het winterweer. Daarbij zijn ze ook echte jagers.
Vriendelijk
Onafhankelijk en graag gezien. Deze katten hebben een speciaal vriendelijk karakter. Ze spelen graag en hebben graag aandacht en gezelschap.
Intelligent
Gemaakt om te jagen, deze katten zijn zeer intelligent en je kan ze goed trainen.
Wintervacht
Ze hebben een speciale vacht die tegen de winter kan. De ondervacht is waterdicht, waardoor de katten geen schrik hebben van sneeuw, koude of regen. Vroeger gingen ze zelf mee op boten om op ratten te jagen.
Affectie | Normaal | Speels | Zeer |
Vriendelijk | Zeer | Energie | Normaal |
Kind-vriendelijk | Zeer | Intelligent | Normaal |
Dier-vriendelijk | Zeer | Vocaal | Weinig |
Beweging nodig | Normaal | Haarverlies | Normaal |
Origine van de Noorse boskat
Noorse boskatten en de Siberische kattenrassen hebben veel gelijkaardige eigenschappen. Toch is de Noorse boskat anders dan zijn Siberische soorgenoten. Verschillende bronnen vermelden dat deze katten, inclusief de Maine Coon, afkomstig zijn van het zelfde type ras. Zekerheid over de afkomst van de Noorse Boskat is er niet. Door zijn verspreiding over de hele wereld en de vele gelijkaardige rassen is dit moeilijk te achterhalen.
Wat men wel weet is dat ze half-tam, half-wild leefden. Hierdoor zijn ze de ideale huisdieren voor zowel binnen als buiten. De Noorse boskat wordt nog steeds aanzien als een huislijke kat, hoewel deze ook vaak buiten zit. Waar men ook zeker over is is dat de Noorse boskat al lang bestaat. Teruggaan naar de tijden van Byzantium worden verschillende boskatten afgebeeld.
De Noorse boskat werd pas in 1977 als ras erkend. Boerderijkatten die vroeger als Noorse boskat erkend werden worden ‘Novices’ genoemd. Bij een aantal verrenigingen is het mogelijk je ‘boerderijkat’ uit Noorwegen als novice te erkennen. Echter hangen hier voorwaarden aan vast.
Noorse boskat karakter
De Noorse boskat is een vriendelijk en lief kattenras. Zonder al te veel aandacht te vragen is het een kat dat geniet van de aanwezigheid van zijn eigenaar, maar ook een ras dat zeer zelfstandig is. In tegenstelling tot de ragdoll heeft het niet zoveel nood aan affectie.
Voor de Noorse boskat is het vaak genoeg in dezelfde kamer te zitten met mensen of andere dieren. Ze genieten niet van alleen te zijn, enkel wanneer ze jagen is dit het geval. Daarbuiten zal de kat voortdurend op zoek zijn naar interesses en een sociale omgeving. De kat kan zich ook perfect bezighouden op zijn eentje.
Ook al komt de Noorse boskat niet voortdurend vragen om geaaid te worden geniet die zeker van aandacht. Even bij jou liggen voor een beetje gekrab tussen de oren of op de borst is nooit teveel.
Verder spreken we ook van een zeer intelligent kattenras. De Noorse boskat is zich perfect bewust van zijn stembanden en zal de eigenaar melden als er wat is. Heeft je kat honger dan zal hij hier stilletjes achter vragen. In vergelijking met andere katten kan de Noorse boskat zijn volume goed beheersen. Negeer je je kat dan wordt die luider.
Dat de Noorse boskat een goede klimmer is kunnen we al afleiden van de naam. Met grote sterke poten en een avontuurlijk karakter is de boskat een ideaal ras om ook buiten te overleven. In huis en buiten zullen ze op zoek gaan naar comfortabele hoge uitkijkpunten.
Dankzij hun geschiedenis in de bossen, velden en natuur trekken ze zich niet makkelijk terug. Ook water is geen probleem, hoewel ze dit liever vermeiden. De dikke vacht werkt waterafstotend en vissen vangen is dus niet uitgesloten. Trimmen kan dus met een tondeuse maar liever gewoon iets langer haren.
De Noorse boskat is geschikt voor thuis en buiten. De kat zal zich aanpassen aan zijn omgeving en eigenaar. Heb je een grote thuin met veel groen errond dan is het goed mogelijk dat je kat het grootste deel van de dag buiten zal dwalen. Heb je dit niet, dan past de kat zich aan op een rustiger leven. Zorg wel voor voldoende afleiding binnenshuis!
Uiterlijk, Kleuren & Vacht
Noorse boskat is een groot kattenras.
- Groot & stevig gebouwd
- Middellange stevige poten
- ronde leeuwachtige kop
- Stevige kaken, wangen en kin
- Opmerkelijk snuit
- Grote oren
- lange haren
Het meest opvallende aan de Noorse boskat is de lange, dikke, prachtige vacht. Door het volume van de vacht heeft dit kattenras een hoofd dat wat lijkt op een omgekeerde driehoek. Met grote oren en een spitse kin dat ingeeft op de dikke vacht is de boskat goed ingedekt. De grote amandelvormige ogen beperken zich vaak tot groen, geel of koper kleur. Witte Noorse boskatten hebben vaak blauwe ogen of gemengde ogen (verschillende kleuren).
De vacht van de Noorse boskat
De vacht is zeer dik en ‘fluffy’ waardoor de kat zeer breed oogt. Onder de vacht zitten dikke, sterke spieren die nodig zijn om te klimmen. Rond de poten loopt de vacht door om voor volledige isolatie te zorgen. Daarnaast Is de vacht ook waterbestendig. Beginnend aan de nek loopt de vacht mooi en compact over elkaar. Dit zorgt voor het afleiden van de regendruppels. De gigantische staart is vaak even lang als het volledige lichaam. Opnieuw is dit van belang voor het evenwicht van de zware kat terwijl hij loopt en klimt.
De vacht van de Noorse boskat komt in alle kleuren en patronen (met wat uitzonderingen). Verder is het belangrijk om te weten dat de vacht van de boskat veranderd afhankelijk van het seizoen. De wintervacht is veel dikker dan de zomer! Dit kan tellen als je geen haartjes in huis wil.
Hoe groot en oud wordt een Noorse boskat
De Noorse boskat is een grote kat. Net zoals de Maine Coon of Siberische boskat kunnen ze tot 60 cm in lengte worden. Door de dikke langharige vacht lijkt de boskat nog groter. Afhankelijk van hun eetgewoontes en beweging weegt een boskat tussen de 3.5 en 8 kg als ze volgroeid zijn. Een Noorse boskat wordt gemiddeld 12 tot 16 jaar oud. Veel hangt af van ziektes en de genen van je kat.
Gezondheid en ziektes
Alle katten hebben gezondheidsproblemen, net zoals alle dieren ooit wel gezondheidsproblemen heeft. Dit geld natuurlijk ook voor mensen!
De Noorse boskat is een kattenras dat genetisch sterk staat. Dit wil simpelweg zeggen dat er niet zoveel ziektes zijn dat genetisch bepaald zijn. Veel hangt ook van de fokker af. Is dit een erkend fokker dan maak je veel kans op een gezonde kat. Koop je van een ‘broodfokker’ – iemand die zoveel mogelijk geld wil verdienen – dan heb je meer kans op slechte genen door overmatig fokken.
De meest voorkomende ziektes bij de noorse boskat zijn:
- GSD IV – het te traag afbreken van glycogen
- Polycystueze nierziekte – afbraak van de nieren
- Retinal dysplasia – vroegtijdig blind worden
Van deze ziektes is GSD de gevaarlijkste en ergelijk de meest voorkomende. Om na te gaan of jouw kat hier last van heeft moet je letten op de volgende punten:
- hoge koorts (40°C) waartegen antibiotica en corticosteroïden niets uithalen
- bibberen
- afnemen van spiermassa, waardoor de boskat ook steeds meer moeite krijgt om te bewegen
- spierkrampen
- verlamming van de spieren in de ledematen
- tussen de 7 en 14 maanden eindigt het leven na een periode van in coma te hebben gelegen.
Noorse boskat verzorgen
Door de dikke vacht heeft de Noorse boskat wel wat verzorging of onderhoud nodig. Afhankelijk van de omgeving – buiten/binnen – kan het zijn dat de kat twee maal per week geborsteld moet worden. Gebruik hiervoor een stalen kam of een speciale kam voor dunne haren te verwijderen.
De lange haren zorgen soms voor knopen in de vacht. Let op hier niet te hard aan te trekken of niet te ruw mee om te gaan. Het baden van de kat is echt niet nodig, tenzij extreme situaties hierom vragen. Ook omdat de vacht water afstotend is kan dit zeer uitdagend zijn.
Een keer per week is het ook aangeraden de tanden wat te poetsen. Vergeet ook niet afentoe de neus, oren en ogen proper te maken met een vochtig doekje. Bij het reinigen van de ogen ook steeds een proper hoekje nemen, zo vermeid je de infectie te verspreiden.
Net zoals andere katten is het van belang de kattenbak proper te houden. Katten zijn zeer gesteld op hygiënen en zullen hun behoefte niet doen als dit niet proper is. De Noorse boskat is hier niet anders in, en eerlijk gezegd wil je geen poep in de vacht zien hangen.
Terwijl de Noorse boskat gemaakt is voor buiten te overleven kan het ook binnenshuis leven. Dit zorgt ervoor dat de kat minder kans heeft op het overnemen van ziektes of aangevallen te worden door ander dieren.
- Nageltjes trimmen
- Tanden poetsen
- Ooghoeken uitkuisen kan met een vochtig doekje (elk oog ander doekje als dit geïnfecteerd is)
- Kattenbak proper houden!
Het verschil tussen de Maine Coon en de Noorse boskat
Mensen verwarren vaak de Noorse Boskat met de Maine Coon maar er zijn toch enkele duidelijke verschillen. Een van de belangrijkste is de vorm van de kop. De Noorse Boskat heeft een meer driehoekig gezicht, dat van de Maine Coon is ronder.
Ook onder de schedel is er een opvallend verschil. Over het algemeen zijn Maine Coons intelligenter. Ze leren snel en hebben nieuwe trucjes in een mum van tijd door. Je kunt een Maine Coon zelfs leren lopen met een riem en een tuigje. Noorse boskatten hebben deze hondachtige eigenschappen niet.
Wat het gedrag betreft zijn beide katten lief en zachtaardig, maar Maine Coons zijn meer hondachtig. Noorse boskatten daarentegen zijn iets afstandelijker en geven de voorkeur aan een meer katachtige benadering van affectie. Bovendien staan Maine Coons bekend om hun kittenachtige speelsheid die tot ver in de volwassenheid doorgaat. Noorse boskatten zijn dan iets luier en worden met het ouder worden minder speels.