De uit Groot-Brittannië afkomstige Engelse cockerspaniël is herkenbaar aan zijn lange hangoren en krullende vacht. Oorspronkelijk werd hij gefokt als jachthond die vogels naar de jager kon brengen zonder ze te beschadigen. De cockerspaniël kan immers vogels die goed gecamoufleerd zijn met zijn goede neus opsporen om ze vervolgens te verjagen, zodat de jager ze kan neerschieten. Deze slimme en actieve hond is het gelukkigst wanneer hij zijn baasje trots kan maken.
TYPE: Spaniël
GROOTTE: 38 tot 41 centimeter groot
GEWICHT: 12 tot 15 kilogram
VACHT: Zachte, dikke, middellangharige vacht
KLEUR: Zwart, rood, bruin, grijs, goud, wit
LEEFTIJD: 13 tot 14 jaar
KARAKTER: Trouw, speels, liefdevol, vrolijk
GESCHIKT VOOR: Actieve gezinnen, politiehond
ORIGINE: Groot-Brittannië
De cockerspaniël is erg trouw, aanhankelijk en knuffelt enorm graag, maar hij is ook zeer actief en speels. Daarnaast is hij een goede waakhond, want hij blaft naar vreemden, al zal hij snel vrienden worden met iedereen.
Energie | Hoog | Intelligent | Normaal |
Algemene gezondheid | Hoog | Levensduur | Hoog |
Sociaal | Hoog | Kindvriendelijk | Hoog |
Snel zoeken
3 weetjes over de cockerspaniël
1. Lady en de Vagebond
De Engelse cockerspaniël vertolkt één van de hoofdrollen in de Disneyfilm ‘Lady en de Vagebond’.
2. Kankerdetectie
Het is wetenschappelijk bewezen dat honden kanker kunnen opsporen met hun reukvermogen. Dit werd in 2004 voor het eerst in Engeland bevestigd tijdens een onderzoek met zes honden. In die studie had een cockerspaniël genaamd Tangle het hoogste succespercentage. Onderzoekers bleven werken met Tangle, waarbij zijn percentage verbeterde van 56 naar 80 procent.
3. Amerikaanse cockerspaniël
Er bestaat ook een Amerikaanse cockerspaniël. Deze is kleiner en heeft langere haren. Qua karakter zijn ze niet zo heel verschillend.
Karakter van de cockerspaniël
De cockerspaniël is een echte mensenvriend en vormt daardoor een goede gezinshond voor actieve gezinnen. Hij is erg zachtaardig en altijd op zoek naar aandacht of actie. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, want dan heeft de cockerspaniël meer speelkameraden. Hij gaat graag samen wandelen, lopen of doet graag andere activiteiten waarbij hij de poten kan strekken.
Dankzij zijn oorspronkelijke taak is de cockerspaniël het gewoon om in groep te leven. Hij is dan ook erg sociaal en maakt snel nieuwe vrienden onder andere honden. Aangezien de cockerspaniël van nature een jachtinstinct heeft, is vroege socialisatie belangrijk voor wanneer hij in contact komt met kleine dieren. Hij zou kleinere dieren immers weleens durven achternalopen. Bij andere honden is deze socialisatie niet noodzakelijk, maar het helpt natuurlijk altijd.
Geschiedenis van de cockerspaniël
De Engelse cockerspaniël stamt af van een grotere groep jachthonden die in Groot-Brittannië en daarbuiten werden gefokt als betrouwbare kameraden tijdens de jacht. De oorsprong van spaniëls gaat terug tot de 14e eeuw. Ze werden vooral gewaardeerd om hun hulp bij de jacht op wild en watervogels.
In 1570 classificeerde John Caius, een Britse wetenschapper, de hondenrassen uit Groot-Brittannië, waarbij hij de spaniëls opdeelde in land- en waterspaniëls. De springerspaniëls behoorden tot de landspaniëls en hadden als taak om konijnen of vogels op te jagen en ze na het schot naar de jager te brengen. Uit de springerspaniël hebben zich meerdere rassen ontwikkeld, waaronder de cockerspaniël, die in 1892 werd erkend als officieel ras.
Verzorging van de cockerspaniël
De cockerspaniël is vrij intelligent en makkelijk te trainen, maar hij heeft nood aan een consequente training. Qua verzorging heeft dit ras wel wat aandacht nodig.
Geduldige training
Engelse cockerspaniëls maken graag hun baasjes blij, dus verloopt een training meestal vrij vlot. Met de gehoorzaamheidstraining kan worden begonnen zodra de pups ongeveer acht weken oud zijn. Ze hebben echter een erg gevoelig karakter en hebben veel positieve feedback nodig, zoals aaitjes.
Verder moet de training consequent verlopen, zodat ze leren hoe ze zich thuis moeten gedragen. Een harde toon en agressief gedrag kunnen angst veroorzaken en vervolgens bijdragen tot ongewenst gedrag, zoals onderdanig urineren.
Voor wie graag op jacht gaat, zijn deze sportieve honden natuurtalenten in hun werk, want ze begrijpen hun rol met relatief gemak.
Beweging
Engelse cockerspaniëls lijken onvermoeibaar en hebben dan ook nood aan een uitlaatklep. Ze hebben behoefte aan ongeveer anderhalf uur beweging per dag. Dit kunnen wandelingen zijn: één lange of meerdere korte volstaan. Maar cockerspaniëls zijn ook verzot op rennen en buiten spelen.
Zonder voldoende beweging kunnen deze honden angstig of zelfs destructief worden. Als ze voldoende beweging krijgen, zullen cockerspaniëls ook graag uitrusten en zich rustig naast hun baasje vlijen.
Vacht
Het halflange, zijdeachtige haar van cockerspaniëls kan gemakkelijk klitten. Bovendien verliezen ze best veel haar, dus is één of twee keer per week borstelen met een borstel of kam aangeraden. Tijdens de ruiperiode borstel je best twee of drie keer per week.
Ook vachtverzorging, zoals het bijknippen van de haren, is af en toe nodig. De Engelse cockerspaniëls hebben flaporen die regelmatig gekuist moeten worden om oorontstekingen te voorkomen.
Cockerspaniël voeden
De Engelse cockerspaniëls eten graag en zullen dus ook proberen om zoveel mogelijk naar binnen te werken. De aanbevolen hoeveelheid bedraagt 25 gram per kg lichaamsgewicht zolang ze nog groeien. Volgroeide honden hebben genoeg aan 10 gram per kg lichaamsgewicht, anders krijgen ze snel overgewicht.
Cockerspaniëls zijn vleeseters en krijgen daarom best kwalitatief droog- en natvoer met weinig granen. Natvoer bevat meer proteïnen en vocht, wat urinaire infecties helpt voorkomen. Brokken bevatten gewoonlijk meer koolhydraten en dus ook meer calorieën.
Kies hierbij voor brokken met iets minder koolhydraten; die zijn bovendien voordeliger dan natvoer.
Bij droogvoer moeten cockerspaniëls voldoende water krijgen, zodat ze genoeg vocht opnemen. Afwisselend droog- en natvoer geven zorgt voor een goede balans.
Ziektes en afwijkingen
De cockerspaniël heeft net als andere rassen kans op enkele erfelijke ziektes. Zo loopt hij bijvoorbeeld een verhoogd risico op adult onset neuropathy, een zenuwziekte waarvan het eerste symptoom wiebelend lopen is.
Daarnaast is de cockerspaniël ook vatbaar voor atopie of omgevingsallergie. De huid reageert hierbij allergisch op stoffen die in de omgeving aanwezig zijn.
Dit ras is ook erg gevoelig voor oorontstekingen, doofheid en oogaandoeningen. Een voorbeeld van een vaker voorkomende oogaandoening is keratoconjunctivitis sicca, waarbij het hoornvlies ontsteekt door een tekort aan traanvocht.
Verder komt heupdysplasie weleens voor. Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van de heupkom die erg pijnlijk kan zijn. Zorg ervoor dat je jouw hond bij een erkende en gecontroleerde fokker koopt, dan is de kans op ziektes of afwijkingen kleiner.
Hoeveel kost een cockerspaniël?
De prijs van een Engelse cockerspaniël kan erg variëren en wordt beïnvloed door de bloedlijn, training, populariteit enzovoort. Dit ras kost gemiddeld tussen de 1.250 en de 1.750 euro. Pups van erkende fokkers zijn doorgaans duurder.
De aankoopprijs van je hond beslaat slechts een deel van het totale kostenplaatje. Er zijn namelijk ook andere kosten waarmee je rekening moet houden, zoals een eet- en drinkbak, hondentuig en speelgoed.
De prijzen variëren per merk en per grootte van het artikel. Voor voeding betaal je jaarlijks zo’n 500 euro, en als je hond speciale voeding nodig heeft, loopt het kostenplaatje op.
Daarnaast heeft een hond ook medische zorg nodig. Veel baasjes kiezen voor een jaarlijkse controle bij de dierenarts en soms wordt de hond ziek of moet hij een operatie ondergaan.
Gemiddeld betaal je tussen de 200 en de 300 euro aan medische kosten per jaar.
Bovendien zijn er ook andere verzorgingskosten, zoals vachtverzorging, wat kan oplopen tot ongeveer 300 euro.